Leven in Vertrouwen

Levensbewustzijn


Hersenspinsels

Jou belevingswereld is het resultaat van je eigen hersenspinsels


Kiesha Crowther:  it is none of your business what other people think of you… 

(Het gaat je niets aan hoe anderen over je denken…)


Algemeen:             Je overtuigingen manifesteren zich

Inca-sjamanen:    Wij dromen onze wereld tot bestaan

Christuswijs:        Alles in het universum is zichtbaar gemaakt bewustzijn


Elk mens heeft zijn eigen, unieke overtuigingen, percepties en verwachtingen. Deze ontwikkelen zich na de conceptie aan de hand van de individuele interpretatie van alles wat wordt beleefd, zowel vóór als na de geboorte. Dit is voor iedereen uniek, zelfs voor eeneiige tweelingen. Het maakt, dat we allemaal onze eigen, unieke percepties hebben bij alles wat ons overkomt. Het maakt je wie je bent, je karakter, de dingen die je leuk vindt, de dingen waar je niet tegen kunt en het zorgt voor je thema’s. 


Christuswijs: Bij de conceptie vindt er een samensmelting plaats tussen het (aardse) bewustzijn van de vader, het bewustzijn van de moeder en een stukje Universeel Bewustzijn, wat je de “Heilige Geest” zou kunnen noemen. Dit stukje Universeel Bewustzijn is verbonden met Alles wat IS, het stuurt elke cel in je lichaam aan en het zorgt ervoor dat het samenwerkingsverband van al die cellen, die JOU vormen, perfect functioneert. Het zorgt er dus voor dat je LEEFT. Hierin zit ook de oude zielenpijn, met o.a. onverwerkt trauma’s uit vorige levens en de informatie over de “Bedoeling” van dit leven. Het heeft niets Aards in zich, het is afkomstig uit de bron waaruit al het leven voortkomt.
Het bewustzijn van de vader en moeder is Aards van karakter. Het bevat hún interpretatie van alle belevenissen die zíj hebben meegemaakt, het geeft je hún kijk op de wereld mee en het is het uitgangspunt van je komende Aardse leven.


Vanuit deze basis ontwikkelt zich jou Aardse Bewustzijn, de thema’s waar je moeite mee hebt, je inzichten, de mate van vertrouwen die je hebt en je reacties op situaties en gebeurtenissen. Het merendeel van dit “vormingsproces” vindt plaats voor je tweede levensjaar maar ook later kunnen zich karakter veranderende gebeurtenissen voordoen. Alles wat je overkomt is zinvol en heeft te maken met de “bedoeling” van jou leven ofwel je levensopdracht. Ook al begrijpen we vaak niet waarom iets ons moet overkomen, niets overkomt je voor niets, alles heeft zijn reden.  


Het is jou dus karakter en je onverwerkte thema’s die bepalen hoe jij reageert op mensen en gebeurtenissen. Zeker op latere leeftijd heeft dat weinig meer te maken met wat mensen je aandoen of wat je overkomt,  je reactie daarop is “geprogrammeerd” in die eerste levensjaren en vormen nu meer een boodschap over jezelf en hoe jij dingen interpreteert. Heb je ergens moeite mee, dan zal je een “negatieve” emotie ervaren. Heb je ergens geen moeite mee, dan is het dus geen thema voor je en zal je het vaak niet eens opmerken. 


Velen proberen hun gedrag aan te passen om gezien te worden, goedkeuring te krijgen, te voldoen aan de verwachtingen van anderen, etc. Maar dit streven is het resultaat van de EIGEN conditioneringen en niet van wat iemand anders van hen verwacht. Vaak zijn die overtuigingen ontstaan door de eigen interpretatie van iets wat papa of mama heeft gezegd of gedaan, maar hebben zij dat nooit zo bedoeld.

Enkele voorbeelden: 

  • Mama is bezig met haar zieke zoontje. Zijn iets oudere zusje wilt helpen, maar zij is daar te klein en het kan op dat moment gewoon niet. Mama schuift haar aan de kant en zegt: “Nu even niet, meisje”. Dit kan ervaren worden als een afwijzing, waardoor het zusje de overtuiging krijgt: “mama houdt niet van me”. Deze overtuiging wordt daarna keer op keer voor haar bevestigd, bij alles wat mama doet of zegt, wat haar intentie ook is.
  • Bij haar geboorte zegt Oma: “Ach, het is een goudhaartje!” Zij vat dat op als een afwijzing, want in een vorig leven is ze gepest met haar rode haar, wat haar de overtuiging heeft gegeven dat mensen, die opmerkingen maken over haar rode haar, haar niet mogen. Hierdoor ontstaat nu de overtuiging dat Oma niet van haar houdt. Wat Oma ook doet en hoe hard ze het ook ontkent, haar kleindochter is hier niet meer van af te brengen.


Hieruit blijkt, dat het er niet toe dat wat iemand je aandoet of wat ze over of tegen je zeggen. Je geeft alles betekenis vanuit je eigen ervaringswereld. Ben jij gevoelig voor iets dat iemand zegt of doet en raakt het een van je onverwerkte thema’s, dan zal het heel hard binnen komen en zal je er een probleem mee hebben. Als het voor jou geen thema is, dan zal het je niet eens opvallen, ook al hadden de mensen die het zeiden of deden de intentie om je te kleineren.


Stop dus met je aanpassen en stop met proberen je gedrag te veranderen om goedgekeurd of gewaardeerd te worden. Het idee dat je dat níet wordt, stamt uit JOU ervaringswereld en heeft niets te maken met de ander. Omgekeerd: als de ander jou niet mag of jou niet goed keurt, stamt dat geheel vanuit zíjn ervaringswereld en daar heb jíj geen invloed op, hoe je ook je best doet.

 

 

Onze gehele ervaringswereld is het resultaat van onze eigen hersenspinsels.

Communicatie is niet meer dan een uitwisseling van hersenspinsels. Goede communicatie is gebaseerd op een wederzijds respect voor elkaars hersenspinsels. Hierdoor ontstaat begrip voor elkaar, de eerste stap op de Weg naar Wijsheid.

Het gaat je dus werkelijk niets aan hoe een ander over je denkt...